Vuilboom (Sporkehout) (Rhamnus frangula (L.)/Frangula alnus (Mill.))
Relevante planteninfo
Hier bespreken we de méést voorkomende inheemse soort. Behoort tot de wegedoornfamilie (Rhamnaceae). Wereldwijd zijn er ongeveer 150 soorten.
Bladverliezende, winterharde struik of lage boom (tot 6 m hoog) met rechtopstaande stammetjes en horizontaal verlopende, buigzame, breekbare en doornloze takken. De bast is roodbruin bij de jonge boom en jonge takken, later wordt hij grijsbruin met witte barstjes of vlekken. De verspreid staande glanzende bladeren (tot 8 cm lang) zijn ovaal tot eivormig, gepunt en onderaan voorzien van 8 tot 12 paar opvallende, uitspringende en evenwijdig lopende nerven. Bladrand is gaaf tot lichtgolvend en in de herfst geven ze mooie gele tot roodbruine herfstkleuren. Van mei tot augustus draagt hij in zijn bladoksels schijnschermen van 2 tot 10 onopvallende, twee-slachtige, 5- tallige groenwitte bloempjes. Ze worden gevolgd door rode en bij rijpheid glanzende paarsig zwarte steenvruchtjes (tot 1 cm doorsnee) met 2 tot 3 zaden. In België is deze heester zéér algemeen in de Kempen en de Ardennen.
Eetbaarheid
NIET EETBAAR!!!
Volksgeneeskunde
In de volksgeneeskunde geldt vuilboomschors als een probaat afvoerend middel. Door P.A. Matthiolus (16de eeuw) werd het echter ook reeds aanbevolen tegen gal –en lever-klachten, tegen bleekzucht, koorts en aambeien.
Gebruik in huidige planten-geneeskunde
Tegen welke indicaties kan de plant gebruikt worden? Bij “orale inname”: constipatie, voorjaarskuren (vermoeidheid), obesitas (vlottere stoelgang), gal –en lever-problemen (slechte spijsvertering, onvoldoende galafscheiding, …)
Bij “Uitwendige toepassing”: tandvleesontsteking (gorgelen), kleine huidirritaties, schilferende (hoofd)huid en hoofdluis.
Welke delen van de plant kunnen in welke vorm ingenomen worden? Cortex Frangulae: de bast van jonge twijgen, in de vroege zomer geoogst, bij voorkeur van een 3 à 4-jarige plant. In snippers gedroogd én minstens één jaar in het donker bewaard of kunstmatig verhit, (nodig voor de omzetting van de agressieve gereduceerde anthronen en dianthronglycosiden (zéér felle krampgevende, laxerende stoffen) tot geöxideerde vormen).
De meest voorkomende toedieningsvormen zijn: (moeder)tinctuur, poeders(al dan niet in pilvorm), infuus, maceraat, …
Zijn er contra-indicaties bekend van deze plant? Niet geven onder de leeftijd van 12 jaar! Niet geschikt voor zwangere en zogende vrouwen. Niet nemen in geval van darmontsteking, buikpijnen of krampen, braken, darmobstructie, prostaataandoeningen en nierontstekingen. Géén langdurig gebruik!!! (max. 10 tot 14 dagen). Zolang men de aangegeven duur en dosis (aangeraden door arts, therapeut of gebruiksaanwijzing) goed opvolgt hoeft men geen neveneffecten te vrezen. Mochten er toch buikkrampen optreden zal de dosis verlaagd moeten worden. Neem dan contact op met uw arts, …!!!
Bijkomende info/weetjes
De spork of vuilboom is één van de drachtplanten die iedere imker zou moeten staan hebben in zijn tuin of omgeving. Drie maanden lang wordt hij intensief bevlogen omdat de bijen er nectar en stuifmeel van halen.